The more you sweat in peace, the less you bleed in war

Zo maar een ochtend bij een bedrijf dat een war game speelt. Terwijl we de gevechtsvliegtuigen over horen razen, dimmen de lichten steeds verder. De spanning is af te lezen van de gezichten van iedereen in de ruimte. De hotline rinkelt en we horen dat na de Chinese bombardementen op Taipei het Chinese leger nu een amfibische invasie is gestart. De eerste voertuigen zijn geland op de stranden van Taiwan. De Taiwanese troepen staan klaar om te vechten voor hun onafhankelijkheid, terwijl de internationale spanningen steeds verder oplopen. De Verenigde Staten, Japan en andere bondgenoten hebben steun toegezegd aan Taiwan, maar het is de vraag of ze echt mee zullen vechten. De financiële markten staan op het punt van instorten, een conflict tussen China en Taiwan heeft enorme gevolgen voor de wereldeconomie. Burgers slaan massaal noodvoorraden in. De verschillende teams van het bedrijf zijn verantwoordelijk voor het minimaliseren van de impact van het conflict en het spotten van kansen die oorlog ook biedt. Denk aan het beschermen van assets, het terughalen van personeel, het verminderen van de afhankelijkheid van export. De snelheid waarmee de situatie escaleert overvalt de teams. Onder grote druk proberen ze toch verstandige strategische keuzes te maken.

Das war einmal toch?

Strategie en oorlog zijn altijd nauw verbonden geweest. Als strateeg, en afgestudeerd in de internationale betrekkingen, ken ik mijn klassiekers. Sun Tzu, Thucydes, Carl von Clausewitz: generaals in het leger en grondleggers van menig politieke theorie. Geschiedenisboeken over strategie beginnen standaard met een hoofdstuk over militaire strategie als de oorsprong van latere strategiescholen. Sinds mensenheugenis is oorlogsvoering een onderdeel van effectieve strategie-implementatie. En dat is nog steeds zo. Of het nu gaat om Vladimir Poetin en zijn visie voor een Groot Russisch Rijk of om de warlords op het Afrikaanse continent. En hoewel oorlog tegenwoordig meer vormen kent dan die van fysieke strijd op het slagveld (denk aan cyberaanvallen, inmenging in verkiezingen van soevereine staten en economische sancties), het disruptieve effect blijft hetzelfde.

Maar wacht even. Oorlog. Wie denkt daar überhaupt nog aan? Dat is toch het domein van militairen en veiligheidsdeskundigen? Natuurlijk, sinds Rusland begin 2022 Oekraïne binnenviel, denken we vaker aan oorlog dan pakweg de afgelopen dertig jaar daarvoor. Maar dan vaak nog steeds vanuit empathie met de mensen die in oorlogsomstandigheden leven. Ver weg. Ook Oekraïne is ver weg. Vrijwel nooit denken we aan oorlog in relatie tot onze eigen leefomgeving. Over hoe lang wij stand zouden houden als een buitenlandse macht ons binnenvalt. Over bommen op Amsterdam of Rotterdam. Dat hebben we toch achter ons gelaten? Oorlog voelt zo, tja, ouderwets. Voor ons als burgers van de Europese Unie mag dat zo zijn, er zijn nog genoeg plekken op aarde waar oorlog een alledaagse werkelijkheid is. Of de dreiging van oorlog op z’n minst zo reëel is dat overheden en bedrijven zich hier daadwerkelijk op (moeten) voorbereiden. We zijn geneigd te negeren óf vergeten dat in onze moderne, verbonden wereld een oorlog ver weg ook gevolgen heeft voor ons dichtbij. Was Oekraïne lid van de NAVO geweest, dan hadden we er nu heel anders bij gezeten. En het is naïef te denken dat Europa en Nederland in de toekomst geen hinder zullen ondervinden van een gewapend conflict tussen grootmachten ergens anders in de wereld.

Verder lezen?

Benieuwd naar het hele artikel? Download de whitepaper hier.

Linda Kaput is strateeg bij Jester Strategy. Zij voert met organisaties in de private en publieke sector het gesprek over de toekomst. Met behulp van de verschillende instrumenten van foresight stelt zij organisaties in staat toekomstbestendige keuzes te maken.

Vragen over dit artikel? Neem contact op met Linda (l.kaput@jester.nl, 06  27 25 92 10)